Wespen kunnen behoorlijke overlast veroorzaken, zeker in de maanden juli, augustus en september. Niemand wil graag door ze gestoken worden, dus je moet ze op afstand zien te houden. Maar wespen veroorzaken niet alleen maar overlast, ze vervullen ook een belangrijke rol in de natuur.
Soorten wespen
Er zijn verschillende soorten wespen. Hieronder staan alle bekende soorten op een rij:
De gewone wesp
De gewone wesp, ook wel bekend als de limonadewesp, is geel-zwart van kleur en zo'n 10 tot 15 millimeter lang. Een gewone wesp heeft een anker-achtige tekening op de kop. Op het lijf zitten zwarte stippen en banden die met elkaar zijn verbonden.
De Duitse wesp
De Duitse wesp lijkt veel op de gewone wesp, beide zorgen ze voor evenveel overlast en ook zijn ze allebei zijn geel-zwart van kleur. Het verschil zit in de details op de kop en het achterlijf: de Duitse wesp heeft geen anker-achtige tekening én de stippen en banden zijn niet verbonden.
De Franse veldwesp
De Franse veldwesp is te herkennen door haar langere achterpoten welke ze laten hangen tijdens het vliegen. Verder heeft de Franse wesp een wat slanker lichaam, oranje voelsprieten en een overwegend zwarte kleur met gele strepen.
De Europese hoornaar
De Europese hoornaar is met een lengte van 17 tot 25 millimeter groter dan de andere wespen. De kop, het borststuk en het begin van het achterlijf zijn rood- tot donkerbruin van kleur. Het tweede deel van het achterlijf is geel-zwart gestreept.
De Aziatische hoornaar
De Aziatische hoornaar is een invasie exotische wesp en te herkennen aan zijn volledig zwarte borststuk. Ook de poten zijn zwart, maar de uiteinden zijn geel. Op het achterlijf is aan de voorzijde een smalle gele band te zien.
Het leven van een wesp
Wespen zijn gevleugelde insecten. De meeste soorten wespen leven in een kolonie: een wespennest. Het leven van een wespenkolonie begint bij een jonge wespenkoningin. In het voorjaar gaat zij op zoek naar een geschikte plaats voor haar nest. Als ze deze plaats gevonden heeft, begint zij met de bouw van het nest. Hiervoor gaat ze op zoek naar zacht, droog hout of plantenvezels. Door met haar kaken het hout of de andere materialen te kauwen ontstaat een papierachtig papje. Van dit papje, dat eenmaal opgedroogd papierachtig wordt, vormt ze de raten en het omhulsel van het nest.
De koningin legt haar eerste eitjes in het nest. Na zeven tot tien dagen komen de eitjes uit. Na één à twee weken verpoppen de larven tot volwassen wespen: de werksters. Dit gebeurt vanaf mei. De werksters helpen de koningin verder met de bouw van het nest en met de verzorging van nieuwe larven.
Op zeker moment legt de koningin geen eieren meer waar werksters uit voortkomen. Ze legt dan eerst onbevruchte eieren: hieruit komen de mannetjeswespen (darren) voort. Daarna legt de koningin eieren die nieuwe koninginnen bevatten. De darren en de jonge koninginnen verpoppen zich in augustus of september. Eenmaal volgroeid verlaten de darren en de jonge koninginnen het nest om te paren met wespen van andere kolonies. De dar (het mannetje) sterft al snel na de paring. De jonge koningin slaat het sperma op en gaat op zoek naar een beschutte plaats om de herfst en de winter te overleven.
Door de kou sterft het nest waar de jonge koningin is geboren langzaam uit. De oude koningin wordt niet meer verzorgd door haar werksters en overlijdt. De vorst betekent vaak de uiteindelijke dood voor alle overgebleven werksters in het nest. Of ze eten elkaar op door het gebrek aan voedsel. De jonge koningin is in haar beschutte schuilplaats goed beschut tegen de kou. In het voorjaar gaat zij op zoek naar een geschikte plaats voor haar nest.
Nuttige dieren
Zowel voor de natuur als voor de mens zijn wespen erg nuttig. Muggen en vliegen zijn namelijk de natuurlijke prooi van wespen. Als een wespennest zich dicht in de buurt van je huis bevindt, dan zal je minder last hebben van muggen en vliegen. In kwekerijkassen worden wespen ook ingezet als natuurlijke ongediertebestrijders. Op deze manier hoeven er geen bestrijdingsmiddelen gebruikt te worden.
Wespen zijn echte vleeseters. Als de werkers het wespennest uit gaan om te jagen, dan nemen zij niet alleen insecten zoals vliegen en muggen mee. Ze jagen ook op karkassen van dieren. Door deze karkassen op te eten wordt het verspreiden van ziektes verkleind.
Net zoals bijen en hommels, bestuiven wespen ook planten. Wanneer de jonge wespenkoningin uit haar winterslaap ontwaakt neemt zij de nectar van een plant mee als voeding. Later in het seizoen bestuift zij hiermee de laat bloeiende planten.
